Eddie Scholl is aan de vooravond van zijn 80ste verjaardag (17 oktober) uit naam van het bestuur en de leden van de Friese Schaakbond in de bloemetjes gezet. Dat gebeurde in de Rode Loper te Leeuwarden waar Philidor en DRL van start gingen met een schaakcursus voor volwassenen.
FSB-voorzitter Jan Hibma richtte bij aanvang van de cursus kort het woord tot Scholl. Hij roemde diens bijzondere verdiensten voor het schaken in Friesland. Scholl was de eerste en tot dusverre enige Fries die het Nederlands Kampioenschap op zijn naam schreef. Dat was in 1970 toen hij in een barrage Coen Zuidema versloeg. Hij vertegenwoordigde Nederland in tal van internationale wedstrijden en wist tegen verschillende ex-wereldkampioenen remise te spelen.
Daarnaast vormde Scholl zo’n zestig jaar het gezicht van het eerste tiental van de Koninklijke Schaakclub Philidor 1847, sinds jaar en dag de sterkste vertegenwoordiger van Fryslân in de nationale competitie voor clubteams. Eddie Scholl - zoon van oud-FSB-voorzitter Leendert Scholl - maakte zich voorts verdienstelijk als bestuurder van Philidor en chroniqueur/archivaris van de Leeuwarder (en Friese) schaakgeschiedenis. Reden genoeg derhalve om even stil te staan bij de tachtigste verjaardag van de oud-docent wiskunde van het hoofdstedelijke gymnasium.
Hoewel Scholl zich inmiddels heeft teruggetrokken als speler van Philidor’s eerste, gaat het spel hem nog altijd ter harte. Hij beleeft er plezier aan dat ‘zijn schaken’ zich momenteel mag verheugen in een toenemende belangstelling. Graag levert hij dan ook zijn bijdrage aan de schaakcursus die de komende tijd in de Rode Loper wordt gegeven. Met Migchiel de Jong en Erik Sparenberg hoopt hij de komende 10 woensdagavonden bij de cursisten ‘een blijvende liefde’ tot het schaken op te wekken. De belangstelling tijdens de eerste avond was hoopgevend. Ruim twintig enthousiastelingen (van jong tot oud) gaven blijk van hun belangstelling.
Nogmaals Eddie namens de FSB-familie: proficiat en nog vele jaren!

 

Bij de foto Eddie Scholl geflankeerd door Migchiel de Jong en Erik Sparenberg